Begin minstens één uur, voordat je met het grillen start, met het mengen van de ingrediënten van de rub in een schaal.
Verwijder het zilveren vliesje van de spareribs.
Dep de ribs rondom met keukenpapier goed droog. Wrijf de spareribs, aan beide zijden, royaal in met de rub. Laat de spareribs nu, op kamertemperatuur, één uur marineren.
Bereid een barbecue met deksel voor op de indirecte methode en verwarm de barbecue tot 120°C. Strooi het in water geweekte rookhout in de barbecue, en leg de spareribs op het rooster, met de vleeszijde naar beneden. Gril dit gedurende twee uur, waarbij je iedere 20 tot 30 minuten beide zijden van de spareribs besproeit met appelsap.
Haal de spareribs van de barbecue en wikkel ze in aluminiumfolie. Leg ze terug op de barbecue, gedurende 2½-3 uur. Doe dit, totdat je ziet dat het vlees zich gaat terugtrekken van het bot.
Haal de spareribs uit het aluminiumfolie en leg ze op het rooster. Smeer de bovenkant in met barbecuesaus en gril de ribs vijf minuten. Draai ze om en bestrijk ze weer met de barbecuesaus.
Gril ook deze kant vijf minuten. Haal nu de ribs van de barbecue en laat ze vijf minuten rusten voordat je ze gaat serveren.