Schil de ananas, snijd deze in vier parten en verwijder het hart. Meng de honing met het sap van de sinaasappel tot een siroop.
Verwarm de barbecue voor op directe warmte van 180°C.
Smeer de ananas in met de siroop en gril 10 minuten. Blijf de ananas insmeren met de siroop, totdat ze karamelliseert en een mooie bruine kleur krijgt. Laat de ananas afkoelen en snijd in kleine partjes.
Meng voor de karamelsaus de bruine basterdsuiker, slagroom, kaneel, boter en kardemon in een pan. Zet de pan op de barbecue met een directe hitte van 175°C. Laat de suiker smelten en wacht tot de saus begint te pruttelen. Haal de pan van de barbecue. Laat de saus iets afkoelen maar niet uitharden.
Klop voor het beslag de boter en suiker luchtig. Voeg de eieren en vanillesuiker toe. Voeg geleidelijk de bloem toe tot het een egaal mengel is. Vet de bakjes in met bakspray. Leg de ananasstukjes erin. Giet de karamelsaus erop en vul de vormpjes tot ¾ met beslag.
Bak de cakejes 30 minuten op 175°C. Check de gaarheid door erin te prikken met een houten satéprikker, als er geen beslag aan de prikker blijft plakken zijn de cakejes klaar. Maak de cakejes los en laat even afkoelen.
Doe voor de botercrème de zachte boter in een kom en mix tot een luchtige smeuïge massa. Voeg dan langzaam de poedersuiker toe en mix door tot een mooie crème. Hoe langer je blijft mixen hoe beter de delen ingrediënten in elkaar opgaan, en de textuur en de kleur veranderen. Voeg als laatste het hete water en de vanille toe. Doe de botercrème in een spuitzak met het spuitmondje en spuit met een draaiende beweging de crème op de cakejes. Garneer met vers fruit, eetbare bloemetjes en poedersuiker.